Benelux, crisis, Veiligheid

Strategisch Benelux-overleg over grensoverschrijdende crisisbeheersing

06 dec. 2024

Vandaag heeft een strategische bijeenkomst plaatsgevonden van de directeuren-generaal die verantwoordelijk zijn voor crisisbeheer, onder Belgisch voorzitterschap van de Benelux. De focus lag op het versterken van de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van crises en wederzijdse bijstand. Het Belgisch voorzitterschap presenteerde de gezamenlijke resultaten die in 2024 zijn behaald, ook in het kader van het voorzitterschap van de EU in de eerste helft van dat jaar.

Versterking van de Europese samenwerking
Een belangrijk agendapunt betrof het netwerk van directeuren-generaal van crisiscentra binnen de Europese Unie, dat de Europese mechanismen voor coördinatie, actie en het beheer van grensoverschrijdende crises versterkt. Daarnaast werden de eerste resultaten en aanbevelingen gedeeld van een inventarisatie van bestaande overeenkomsten over wederzijdse bijstand. Deze overeenkomsten vormen de basis voor snellere hulpverlening over nationale grenzen heen.

Bespreking van het Niinistö-rapport
De deelnemers hebben het Niinistö-rapport besproken, dat aanbevelingen bevat om de civiele en militaire paraatheid in Europa te verbeteren. Deze aanbevelingen zijn gericht op het versterken van de weerbaarheid tegen crises zoals natuurrampen, cyberaanvallen en hybride bedreigingen.

Vooruitzichten voor 2025
Tijdens de bijeenkomst werd het jaarplan voor 2025 en het gezamenlijke werkprogramma van de Benelux-Unie voor de periode 2025-2028 besproken. Luxemburg, dat in 2025 het voorzitterschap van de Benelux zal overnemen, presenteerde zijn prioriteiten, met een versterkte samenwerking met de Noordse landen.

Michel-Étienne Tilemans, adjunct-secretaris-generaal van de Benelux: “Deze strategische bijeenkomst heeft opnieuw het belang benadrukt van samenwerking binnen de Benelux en daarbuiten om effectief in te spelen op crises die geen grenzen kennen. Met concrete plannen en duidelijke doelen werken we aan een krachtigere aanpak voor de toekomst.”