Home » Benelux Unie » Laboratorium voor Europa

De Benelux als laboratorium voor de Europese Unie

De Benelux fungeert als laboratorium voor de Europese Unie (EU) via baanbrekende projecten. Het EU-Verdrag stelt uitdrukkelijk dat de Benelux de enige regio is die het recht heeft een samenwerking te initiëren die verder gaat dan wat de EU doet (art. 350 VWEU).

Het vrij verkeer van personen is hiervan een goed voorbeeld. De drie landen beseften dit al vroeg. Samen met Frankrijk en Duitsland stonden de Benelux-landen aan de wieg van het Schengenakkoord in 1985. Als initiatieven binnen de Benelux werken, kunnen ze geleidelijk worden uitgebreid en ook op EU-niveau worden toegepast.

Recentere voorbeelden

Automatische erkenning van diploma’s

Hogeronderwijsdiploma’s (graduaat, bachelor, master, associate degrees, doctoraat) uit één Benelux-land worden automatisch erkend in de twee andere landen. Dit maakt het veel gemakkelijker voor bijvoorbeeld een Belgische econoom om in Nederland of Luxemburg te werken. Vroeger duurde de erkenning van een diploma maanden en kostte honderden euro’s. Het project is gebaseerd op vertrouwen in de kwaliteit van elkaars onderwijssystemen.

Tussen de Benelux-landen en de Baltische staten is nu een verdrag over de automatische wederzijdse niveauerkenning van diploma’s van kracht.

Binnen de EU is een dergelijke ontwikkeling nog niet haalbaar, hoewel het een doelstelling blijft.

Grensoverschrijdende politiesamenwerking

Om het leven van de burgers veiliger te maken, werkt de politie van de drie landen nauw samen. Zo kan de Belgische politie een crimineel volgen naar Nederland en Luxemburg en daar controles uitvoeren. Er worden regelmatig gezamenlijke politieacties opgezet, bijvoorbeeld tegen woninginbraken in de grensstreek.

In 2023 treedt een vernieuwd Benelux-politieverdrag in werking dat voorziet in nog nauwere samenwerking. Zo zullen bijvoorbeeld gezamenlijke interventies op internationale treinen of het delen van gegevens van verkeerscamera’s mogelijk worden.

Dit is een echt model voor andere Europese landen die nauw willen samenwerken.

Gezamenlijke weginspecties

Drie keer per jaar worden de wegen grondig geïnspecteerd. Nederlandse, Belgische en Luxemburgse inspecteurs controleren dan gezamenlijk vrachtwagens en bussen op snelwegen en parkings. Zij controleren of de rij- en rusttijden worden nageleefd, of alles technisch in orde is, of er geen gevaarlijke stoffen worden vervoerd, of de vrachtwagen niet overladen is, enz.

Door de inspecties gezamenlijk uit te voeren kunnen niet enkel de kosten worden gedrukt, maar worden de wegen ook veiliger. Dit zijn Europese voorschriften, maar alleen de Benelux-landen voeren gezamenlijke inspecties uit (Verdrag van Luik).