13 dec. 2021
Minister Sophie Wilmès zit bijeenkomst Benelux Comité van Ministers voor
Op 13 december kwam in het Brusselse Egmontpaleis het Comité van Ministers van de Benelux Unie bijeen onder het voorzitterschap van Sophie Wilmès, de Belgische minister van Buitenlandse Zaken. Nederland werd vertegenwoordigd door Ben Knapen, minister van Buitenlandse Zaken, en Luxemburg door Jean Asselborn, minister van Buitenlandse en Europese Zaken.
Samen met het College van secretarissen-generaal ( Alain de Muyser en Frans Weekers) heeft het Comité van Ministers van de Benelux de in 2021 behaalde resultaten geëvalueerd. Bij de uitvoering van het jaarplan 2021 was de leidraad het versterken van de band met de Europese Unie met focus op concrete projecten op de domeinen interne markt, duurzaamheid en veiligheid. Het Voorzitterschap hechtte veel belang aan tastbare resultaten met een reële impact op het leven van burgers en ondernemers.
Young professionals op zoek naar baan in het buitenland krijgen een duwtje in de rug dankzij diplomaerkenning met de Baltische Staten. Een Benelux-portaalsite ondersteunt detailhandelaars met up to date informatie om grensoverschrijdend zaken te doen. Ook verscherpten de landen de consumentenveiligheid rond bepaalde huishoudproducten met bamboe additieven. Met de oprichting van een gemeenschappelijke dienst tussen de Benelux-landen wordt grensoverschrijdende elektrische mobiliteit gefaciliteerd. Ook werd ook een boost gegeven aan een intensere samenwerking rond crisisbeheer (Covid19, overstromingen, klimaat,..) met andere Europese partners. Verder lanceerden de drie landen, in het Benelux-paviljoen tijdens de COP26, een digitaal Klimaatplatform om sterker in te zetten op het samen uitwisselen van kennis en expertise rond klimaatverandering. Ook riepen de landen de Europese Commissie actie te ondernemen tegen oneerlijke handelspraktijken die ondernemers verhinden zich te bevoorraden bij leveranciers naar keuze (territoriale leveringsbeperkingen).
De ministers toonden zich ook tevreden met de continue samenwerking tijdens coronapandemie. Als coördinator en facilitator heeft het Benelux-Secretariaat-Generaal platformen voor dialoog opgezet om te zorgen voor een directe en open overdracht van informatie van en naar alle grensoverschrijdende belanghebbenden.
De samenwerking tussen de Benelux-landen op vlak van buitenlands beleid bleek sterk. Zo waren er ondanks de coronacrisis tal van (digitale) bijeenkomsten op ministerieel niveau en op het niveau van hoge ambtenaren uit de drie landen. De drie ministers van Buitenlandse Zaken voerden een gezamenlijke missie uit naar Oekraïne. Verder werd in een gezamenlijke politieke verklaring de aandacht gevraagd voor het verdedigen van LGBTQI+ rechten in Hongarije. Daarnaast is er de jaarlijkse Benelux-Top tussen de regeringsleiders en het College van secretarissen-generaal van de Benelux op 16 december.
De ministers hebben tijdens hun bijeenkomst ook de projecten besproken die ze in 2022 samen zullen vormgeven. Volgend jaar is Luxemburg voorzitter en tijdens de meeting werden daarvan de prioriteiten geschetst.
Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Sophie Wilmès: “België blikt terug op een geslaagd Benelux-voorzitterschap. Ik blijf ervan overtuigd dat de Benelux-samenwerking noodzakelijker en relevanter is dan ooit en dat de Benelux Unie haar rol ten volle kan spelen en kan bijdragen tot het aangaan van de vele uitdagingen waarvoor wij staan, in aanvulling op de Europese Unie. De Benelux is niet alleen een laboratorium voor Europese samenwerking, maar ook een voorbeeldig model van regionale integratie en een motor en bron van inspiratie voor andere regio's in Europa en daarbuiten. Met initiatieven op het gebied van economie en interne markt, duurzame ontwikkeling en veiligheid hebben wij tastbare resultaten bereikt, zoals de erkenning van diploma's met de Baltische staten ten gunste van ‘young professionals’, de oprichting van een digitaal klimaatplatform om de gezamenlijke uitwisseling van kennis en deskundigheid te versterken en de ondertekening van een protocol voor meer samenwerking bij het beheersen van crises, zoals Covid-19, overstromingen en andere klimaatgerelateerde crises.”