20 mei. 2011
Wellicht is donderdag kort na de middag op het nippertje een ramp vermeden op het douaneterrein van Sterpenich aan de Belgisch-Luxemburgse grens.
De inspecteurs van de Belgische controlediensten van de FOD Mobiliteit en Vervoer en hun collega’s van de Luxemburgse controle van de Direction des Douanes et Accises waren nog maar net met hun gemengde, grensoverschrijdende controle in het kader van een Benelux-actie rond de veiligheid van vrachtwagens (tachograaffraude, naleving van rij- en rusttijden, overbelading, technische keuring …) begonnen of deze controle werd onderbroken en vervolgens definitief afgeblazen. Volgens de vaststellingen lekte er namelijk een giftige vloeistof uit een van de eerste gecontroleerde vrachtwagens die opgelost kaliumdioxide, een zeer giftig ontsmettingsmiddel, bleek te kunnen zijn.
De vrachtwagen werd meteen afgezonderd waarna het parkeerterrein van Sterpenich werd gesloten. De brandweer van Aarlen en de stad Luxemburg alsook de diensten van de civiele bescherming en de politie van de beide landen zijn hun collega's van de douane assistentie komen verlenen.
Adjunct-secretaris-generaal Alain de Muyser, die deze controle bijwoonde, kon vaststellen hoe adequaat een goede grensoverschrijdende samenwerking, zoals deze door het Secretariaat-Generaal van Benelux wordt aangemoedigd, kan zijn en wat een praktisch nut die kan hebben. Dankzij de goede samenwerking tussen de civiele bescherming en de brandweer van beide landen kon snel een voorziening worden opgezet om de gevaren in te dammen en op te ruimen. Deze directe toepassing van het werk van de Benelux – waarbij o.m. wordt gestreefd naar het gecoördineerd inschakelen van processen voor de beheersing van grensoverschrijdende crisissen, alsook van alle betrokken kanalen (hulpdiensten, politie, ambulances, …) – is een opsteker voor het Secretariaat-Generaal Benelux. Hierbij is het de bedoeling verder werk te maken van een almaar intensievere samenwerking tussen de diverse diensten van de drie landen om de veiligheid, de mobiliteit en het welzijn van alle burgers via overleg en samenwerking te verbeteren.