Samenwerking in de Noordzee
03 dec. 2012
Brussel/3-12-2012. De ministers van Energie van de BENELUX en 7 andere landen rond de Noordzee en de Ierse Zee waren vandaag bijeen om te spreken over de ontwikkelingen op het gebied van investeringen in windmolenparken op zee. Uit een analyse van de aansluitingskosten van bestaande en nieuwe offshore windmolenparken blijkt dat er voor een gecoördineerde uitbouw van het netwerk de komende 15 jaar een investering nodig is van € 30 miljard.
De offshorewindenergiesector genereert steeds meer economische activiteit en is in 2030 naar verwachting goed voor 300.000 arbeidsplaatsen. In Europa zelf, wel te verstaan. Sinds 2009 is de totale capaciteit van de windmolenparken in de Noordzee meer dan verdubbeld en er staan nu in totaal 1503 turbines.
De afgelopen twee jaar hebben tien landen (België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Denemarken, Zweden, Noorwegen en Ierland) samen de technische en juridische barrières in kaart gebracht voor de aansluiting van windparken in de Noordzee op het elektriciteitsnet. Doel is deze nieuwe infrastructuur zo kostenefficiënt mogelijk vorm te geven en het gigantische potentieel van hernieuwbare windenergie zo te ontsluiten. De Benelux hecht buitengewoon belang aan deze werkzaamheden, omdat het in het hart van de Noordwest-Europese energiemarkt ligt en alle drie de leden van het samenwerkingsverband potentieel zien in de zoektocht naar nieuwe manieren om schone energie kostenefficiënter in het netwerk te integreren.
Het netwerk in de Noordzee begint al gestaag vorm te krijgen en de eerste kabels en platforms zijn al aangelegd. Maar een van de belangrijkste conclusies van het vandaag gepresenteerde onderzoek is dat er in plaats van individuele aansluitingen op het vasteland ook gekozen kan worden voor een combinatie van onderlinge aansluitingen tussen landen en windmolenparken op zee. Op die manier zou er jaarlijks netto een besparing kunnen worden gerealiseerd van € 77 miljoen. Maar daar is wel meer internationale samenwerking voor nodig.
De ministers onderkennen dat deze regionale samenwerking tussen alle betrokken partijen nodig is om de benodigde middelen vrij te maken voor investeringen in grensoverschrijdende infrastructuur. Zij hebben de netwerkexploitanten en toezichthouders dan ook verzocht om samen met de verschillende overheden onderzoek te blijven doen naar de verschillende opties voor de meest efficiënte vormgeving van het elektriciteitsnet in het Noordzeegebied.
NB:U kunt de volledige documenten over dit onderwerp raadplegen op de website van het Secretariaat-Generaal van de Benelux-Unie die deze samenwerking actief faciliteert door het een platform te bieden (https://www.benelux.int/NSCOGI).