27 sep. 2021
De Benelux-landen - België, Nederland en Luxemburg - en de Baltische staten - Estland, Letland en Litouwen - lanceren vandaag officieel hun Verdrag over de automatische wederzijdse erkenning van hogeronderwijsdiploma's.
Dit Verdrag houdt in dat iedereen die in één van de Benelux-landen of de Baltische staten een onder het verdrag vallende graad van hoger onderwijs heeft behaald, ervan verzekerd dat het niveau van zijn graad automatisch wordt erkend in de andere ondertekenende landen. In de praktijk zullen afgestudeerden niet langer worden geconfronteerd met langdurige erkenningsprocedures en de daarmee gepaard gaande kosten, noch zullen zij in onzekerheid verkeren of hun kwalificatie geldig is in het land waar zij willen werken of verder studeren. Voor de houders van dergelijke kwalificaties betekent dit een onmiddellijke administratieve vereenvoudiging.
In 2015 voerden de Benelux-landen de automatische wederzijdse erkenning van bachelor- en masterdiploma's in, waaraan in 2018 ‘associate degrees’ en doctoraten werden toegevoegd. Ook de Baltische staten hebben hun diploma's reeds wederzijds erkend. De twee groepen landen waren van mening dat het een echte meerwaarde had om op dit gebied banden aan te halen en ondertekenden in 2019 een intentieverklaring. Vandaag zal het hieruit resulterende verdrag officieel gelanceerd worden tijdens een evenement in Brussel. Het verdrag zal het vrije verkeer vergemakkelijken van personen met een diploma uit een van de zes landen die in het andere verdragsland willen studeren of er hun beroepscarrière willen voortzetten.
Door diploma's automatisch te erkennen, werken de landen een potentieel obstakel weg om in een van de landen te studeren of een baan te vinden. Deze maatregel kan ook het zoeken naar een baan vergemakkelijken door een betere vergelijkbaarheid van de studieniveaus.
De Benelux-landen en Baltische staten vormen nu samen de enige regio in de Europese Hogeronderwijsruimte waartussen het niveau van diploma’s automatisch worden erkend en lopen hiermee als pioniers voorop. Hun ambitie is dat andere landen dezelfde weg inslaan. Het Verdrag staat dan ook open voor toetreding door andere landen van de Europese Hogeronderwijsruimte, mits wordt voldaan aan de kwaliteitsvereisten voor de automatische en algemene wederzijdse erkenning van het niveau van diploma’s.
“Ik hoop dat andere landen of deelstaten zich in de toekomst zullen aansluiten bij dit verdrag. We zullen altijd waken over de kwaliteit van diploma’s, maar we willen wel meer invulling geven aan de Europese Hoger Onderwijsruimte – die nog te veel dode letter blijft. Dit akkoord met de Baltische Staten is een belangrijke stapsteen. Vlaanderen heeft een open economie en een open blik op de wereld. Het moet makkelijker worden om een extra studie te doen in een ander land of een job te aanvaarden van Spanje tot Finland, en alles er tussenin”, zegt Ben Weyts, Vlaams minister van Onderwijs.
"Deze overeenkomst toont de wederzijdse openheid van de Benelux-landen en de Baltische Staten aan. Het zal nieuwe mogelijkheden bieden voor Franstalige studenten, de mobiliteit van werknemers vergemakkelijken en bijdragen tot de totstandbrenging van een meer verenigd Europa. Ik ben verheugd over de voortrekkersrol die onze zes landen spelen bij de verdieping van de Europese ruimte voor hoger onderwijs, en hoop dat andere Europese landen zich snel bij een soortgelijke dynamiek zullen aansluiten", onderstreept Valérie Glatigny, minister van Hoger Onderwijs in de Federatie Wallonië-Brussel.
“In de Duitstalige Gemeenschap van België leven we in een grensstreek. De nabijheid van onze buurlanden leidt onvermijdelijk tot een hoge mate van grensoverschrijdende mobiliteit, zowel op de arbeidsmarkt als in het onderwijs. De automatische wederzijdse erkenning van hoger-onderwijsdiploma's biedt onze gemeenschap dan ook een grote meerwaarde om de hierboven genoemde redenen. Ik ben verheugd dat de Duitstalige Gemeenschap deel uitmaakt van dit verdrag. Ik hoop dat andere landen zich spoedig bij het verdrag zullen aansluiten, zodat we het bereik verder kunnen uitbreiden”, zegt Lydia Klinkenberg, minister van Onderwijs in de Duitstalige Gemeenschapsregering.
“Dit is een mooie stap voor studenten en het hoger onderwijs. Binnen de landen van de Benelux was dit al geregeld en daar komen nu de Baltische staten bij. Zo vergroten we de mobiliteit van studenten en deze automatische erkenning past bij de open maatschappij die Nederland en het Nederlandse onderwijs is”, zegt Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs van Nederland.
"Voor Luxemburg, als klein meertalig en multicultureel land, is de mobiliteit van studenten en jongeren in het algemeen van bijzonder belang, aangezien 80% van de Luxemburgse studenten in het buitenland studeert en meer dan 50% van de studenten aan de universiteit van Luxemburg buitenlander is. In die zin is de ondertekening van dit Verdrag voor ons een belangrijke stap voorwaarts, vooral omdat het ons in staat stelt bij te dragen tot de ontwikkeling van de Europese ruimte voor hoger onderwijs en - naar wij hopen - als model te dienen voor andere Europese landen", aldus Claude Meisch, minister van Hoger Onderwijs en Onderzoek van het Groothertogdom Luxemburg.
Minister van Onderwijs, Wetenschap en Sport van Litouwen, mevrouw Jurgita Šiugždinienė, verklaarde: "Wij zijn verheugd over de start van het multilaterale Verdrag over de automatische erkenning van kwalificaties van het hoger onderwijs, het eerste van dit type in Europa. Dit is in hoge mate vergemakkelijkt door het wederzijdse vertrouwen dat is ontstaan door de tenuitvoerlegging van de instrumenten van Bologna en de nauwe regionale samenwerking tussen de Benelux-landen en de Baltische staten. Ik ben er trots op dat Litouwen tot de koplopers behoort en ik ben er vast van overtuigd dat dit nog maar het begin is. Ik hoop dat dit Verdrag als inspiratiebron zal dienen in een groter Europa en dat andere landen bereid zullen zijn dit voorbeeld te volgen en toe te treden".
"De missie van de Benelux is een toegevoegde waarde te zijn ten behoeve van onze burgers en een levend laboratorium te zijn voor de Europese integratie. Met dit verdrag stimuleren wij actief uitwisselingen en de mobiliteit van studenten, en moedigen wij zo jonge Europeanen aan om hun gemeenschappelijke toekomst te delen", aldus Alain de Muyser, secretaris-generaal van de Benelux Unie