04 mrt. 2019
Op 4 maart 2019, in de marge van de vergadering van de Energieraad van de EU, heeft de Luxemburgse minister van Energie en Ruimtelijke Ordening, Claude Turmes, een bijeenkomst van het Pentalateral Energy Forum voorgezeten, waarvan de Benelux-landen, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland deel uitmaken, die de grootste markt in Europa en een van de grootste ter wereld vertegenwoordigen. Hij schetste de weg voorwaarts om als groep landen samen te werken aan de uitvoering van het Akkoord van Parijs. Door de ondertekening van een politieke verklaring zijn de ministers van Energie overeengekomen om de nationale energie- en klimaatplannen nauw op elkaar af te stemmen.
Als onderdeel van het Pentalateral Energy Forum werkt Luxemburg al meer dan 10 jaar samen met België, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zwitserland om zijn elektriciteitsmarkt te integreren en intelligenter gebruik te maken van grensoverschrijdende elektriciteitsnetwerken. In de praktijk staan de operatoren van de zeven landen dagelijks, zeven dagen per week, het hele jaar door, in contact met elkaar om de veilige werking van het elektriciteitssysteem te waarborgen.
Vandaag staan deze landen voor soortgelijke uitdagingen: de overgang naar een koolstofvrije energievoorziening tegen 2050 en de verhoging van het aandeel van de elektriciteitsproductie door wind en zon, waarbij het licht blijft branden. De heer Turmes heeft de ontmoeting met zijn collega's vooral gebruikt om over opportuniteiten te spreken: "Als de wind in Esch niet waait, zal het waarschijnlijk ook niet in Clervaux waaien, maar zal het waarschijnlijk wel het geval zijn op zee in Nederland". Over een veel groter gebied kan het risico van te veel of te weinig hernieuwbare energie sterk worden verminderd. "En wanneer alle vrachtwagens in de havens van Antwerpen of Hamburg schoner moeten rijden, kan Luxemburg een deel van deze biobrandstoffen leveren".
In de komende maanden zullen de landen van het Pentalateral Energy Forum hun plannen voor het koolstofarm maken van hun energie- en transportsector met elkaar delen. De mogelijkheden voor samenwerking zullen worden onderzocht met deskundigen op het gebied van regionale samenwerking. Van de heer Turmes wordt verwacht dat hij het met zijn collega's eens is over een eerste inventarisatie van gezamenlijke projecten in juni, zodat deze kan worden gepresenteerd als een bijdrage aan de Europese langetermijnstrategie voor 2050. Overleg met nationale belanghebbenden of de academische wereld zal de plannen verrijken voordat ze voor het einde van het jaar aan de Europese Commissie worden overgemaakt.