11 dec. 2007
De 21ste Benelux-Werkconferentie over natuur- en milieueducatie werd op dinsdag 4 december 2007, in aanwezigheid van Brussels Minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck en van vertegenwoordigers van het Vlaams, Waals en Brusselse gewest, van Nederland en van het Groothertogdom Luxemburg, officieel afgesloten op het Secretariaat-Generaal van de Benelux. De bijeenkomst vond plaats in het kader van de Benelux werkgroep Natuureducatie waarin de actoren binnen de Benelux-landen samenwerken. De werkconferentie van dit jaar werd gecoördineerd door de administratie van Leefmilieu Brussel (BIM – IBGE) en spitste zich toe op de uitwerking van methodologiën voor de communicatie met het brede publiek rond het thema “natuur en biodiversiteit in een stedelijke omgeving”.
Een drievoudige doelstelling werd tijdens deze tweedaagse werkbijeenkomst nagestreefd. Ten eerste het uitwisselen van informatie als bron van inspiratie om een specifiek communicatie- instrument te ontwikkelen rond natuur in de stad. Ten tweede aanbevelingen formuleren over communicatie rond biodiversiteit in een stedelijke omgeving. Ten derde het netwerk van personen actief op het terrein van de natuureducatie binnen de Benelux-landen en gewesten versterken. Uiteenzetting van mevr. Teller van de Europese Commissie
Natuur en de stad
Tijdens de uiteenzettingen werd er op gewezen dat stedelijke gebieden vaak over een zeer gevarieerde biodiversiteit beschikken zij het andere dan landelijke gebieden. Zo heeft bijvoorbeeld het Brussels Hoofdstedelijk gewest diverse ecosystemen en een onverwachte flora- en faunarijkdom. In de meest steden komen vele plantensoorten voor en worden bijzondere diersoorten aangetroffen.
De relatie tussen de natuur en stad is echter complex. Enerzijds is het contact met deze natuur (o.a. parken, groen ruimten, …) van fundamenteel belang voor de leefbaarheid en het welzijn van de stedeling. Anderzijds staat deze stedelijke biodiversiteit onder zware druk door o.a. de beperkte ruimte en de alsmaar toenemende ruimtelijke druk vanuit andere stedelijke behoeftes.
De uitdaging bestaat er uit om een performante “natuurcommunicatie” te ontwikkelen die het brede publiek bewust maakt van deze relatie om de biodiversiteit in een stedelijke omgeving te kunnen behouden en versterken. Bezoek op het terrein Aanbevelingen
Aan de hand van workshops en presentaties werd de kennis aangescherpt over vernieuwende communicatietechnieken- en methoden in het domein biodiversiteit in de stad. Dit inzicht stelde de deelnemers in staat volgende aanbevelingen te formuleren om een efficiënte communicatie te voeren rond natuurlijk erfgoed in een verstedelijkte omgeving:
De stedelingen moeten de mogelijkheid blijven hebben om de natuur fysisch te ontdekken. De doelgroepen dienen wel omschreven te worden. Een grondige kennis van de doelgroepen in de steden is essentieel. Een communicatiedoelstelling dient opgesteld te worden om de keuze van de communicatie- instrumenten daarop af te lijnen. Elk stap dient geëvalueerd te worden om bij te sturen. Wees innovatief en grijp kansen. Naast klassieke groene ruimten zoals parken kunnen ook stadstuinen, braakliggende terreinen in de steden het voorwerp uitmaken voor communicatie rond natuur. Brussels Minister E. Huytebroeck vond deze aanbevelingen zeer nuttig omdat ze het belang onderstrepen van een weldoordachte communicatie over milieu. Ze benadrukte dat in Brussel de communicatie over biodiversiteit prioritair is. Dit wordt geconcretiseerd door het organiseren van talrijke originele initiatieven waarbij getracht wordt telkens een zo groot mogelijk publiek te bereiken, ook de meest kwetsbaren. Minister Huytebroeck Tenslotte werd de conferentie afgesloten met een vooruitblik: in 2008 zal Nederland de 22ste Benelux-Werkconferentie organiseren in Wageningen rond het thema mondiale en internationale samenwerking in de natuur- en milieueducatie.