Samenwerking in de Noordzee
04 dec. 2019
Benelux en andere landen rond de Noordzee spraken vandaag een nieuw werkprogramma af voor windenergie op zee. Extra aandacht zal gaan naar een projectmatige aanpak van offshore windparken die met meerdere landen tegelijk zijn verbonden. De landen zullen ook samen een visie ontwikkelen over waar ze met offshore windenergie willen staan in 2050.
Nog geen week is Kadri Simson geïnstalleerd als nieuwe Europese Commissaris van energie. Maar kon nu al kennis maken met de ministers van energie van de Noordzee-landen (Benelux, Frankrijk, Duitsland, Noorwegen, Zweden, Ierland, Verenigd Koninkrijk en Denemarken). Deze landen vormen samen met de Europese Commissie, en met de Benelux als secretariaat, de North Seas Energy Cooperation.
België, Nederland en Luxemburg maken deel uit van deze bredere regio, waar het op zee voldoende waait om naar schatting 12% van de elektriciteit voor gans Europa te produceren tegen 2030. Wil de EU in 2050 helemaal klimaatneutraal worden, dan moet dit nog opgeschaald worden naar 30%. Om dit mogelijk te maken moeten de landen nauw samenwerken, om zo kosten efficiënt mogelijk te zijn, voldoende schaal te geven aan deze nieuwe industrie, en oog te hebben voor mogelijke milieu-impact.
Met het signaal dat de ministers vandaag gaven, kunnen experten nu verder aan de slag om bijvoorbeeld de volgende ronde van Nederlandse windparken verder op zee ook te verbinden met het Verenigd Koninkrijk. Op die manier renderen de gelegde kabels twee keer, want als het niet waait kan er stroom vloeien van de ene naar de andere markt. Tegelijk zullen de landen ook alternatieven gaan bestuderen, zoals het omzetten van windenergie in bijvoorbeeld waterstof.