29 apr. 2020
Nederlands Directeur-Generaal voor Klimaat en Energie, Sandor Gaastra, organiseerde vandaag een strategisch energieoverleg met zijn collega’s van het Penta-samenwerkingsverband (België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland). Op de agenda van hun skype meeting stonden de impact van COVID-19 op de energiesector, groen economisch herstel en initiatieven om EU-voortrekker te zijn rond een klimaatneutraal elektriciteitssyteem in het licht van de Europese Green Deal.
De Benelux-landen maakten begin april samen met de Penta-landen een eerste analyse over de impact van de Corona-crisis op de energiesector. De energievoorziening bleek onder controle en er werd afgesproken om samen de situatie van nabij op te volgen. Tijdens hun monitoring stelden de directeuren-generaal vast dat er geen sprake is van een energie-crisis, maar dat dringend meer aandacht nodig is voor de economische impact op de energiesector om problematische situaties te vermijden.
Tegelijk wisselden de landen van gedachten over de cruciale rol van de energiesector bij het terug op gang trekken van de economie na COVID-19. Er werd afgesproken om elkaar up-to-date te houden en na de crisis de maatregelen te evalueren en op zoek te gaan naar goede praktijken en aanbevelingen. Er zal ingezet worden op de zogenaamde green recovery, waarbij de ingezette lijn van de Europese Green Deal een hoofdrol speelt en bij investeringen in het herstel extra ruimte wordt gemaakt voor hernieuwbare energie.
Tegen die achtergrond kreeg de Penta samenwerking op vlak van waterstof ook een extra dimensie. Tijdens het overleg kwam er overeenstemming over een gezamenlijke politieke verklaring over de inzet op waterstof om het energiesysteem te verduurzamen. Benelux-voorzitter Nederland heeft zich samen met Oostenrijk actief ingezet om de andere Penta landen mee te nemen in een gezamenlijke benadering van de toekomstige waterstofmarkt om zo de kansen voor deze energiedrager optimaal te gaan benutten. Met het principeakkoord ligt nu de weg vrij voor de bevoegde ministers om concrete beleidssamenwerking op te zetten. Zoals de Oostenrijkse DG Michael Losch zei: “Met dit sterke akkoord leveren we een belangrijke boodschap af voor de aankomende strategie van de Europese Commissie en tegelijk spreken we er onder elkaar ook een aantal doelstellingen in af.”