19 mrt. 2010
Benelux wil samenwerking rond civiele veiligheid uitbouwen.
Want in de praktijk doen zich nog tal van problemen voor door o.a. verschillen in communicatiesystemen tussen hulpdiensten of diploma's van hulpverleners die in het andere land niet worden erkend waardoor deze bij rampen niet over de grens kunnen worden ingezet. Zo kunnen Belgische brandweerduikers bij waterongevallen in Nederland niet helpen omdat zij niet over het juiste Nederlandse diploma beschikken. Ook is het zeer omslachtig om een Belgische politiehelikopter in te zetten in het Nederlandse luchtruim wanneer een ramp zich voordoet.
Het Benelux-secretariaat is ervan overtuigd dat het beschikken over een inventarisatie van de knelpunten een goede manier is om te komen tot een algehele benadering van de rampenbestrijding in de grensstreken. Naast het oplijsten van deze problemen wil de Benelux nog verder gaan en een samenwerking rond civiele veiligheid tussen de drie landen uitbouwen. Dit naast de reeds goed ontwikkelde pijlers crisisbeheersing en politiesamenwerking.
Intentieverklaring
Zo wordt momenteel een Benelux-intentieverklaring besproken in de drie landen. Het doel ervan is een grensoverschrijdende inzet van hulpdiensten te faciliteren. Er wordt gedacht om in eerste instantie te focussen op brandveiligheid, opleiding en het organiseren van gemeenschappelijke oefeningen. Zo zouden brandweerlui gezamenlijk kunnen worden opgeleid (of een opleiding volgen in het buurland) en diploma's van hulpverleners wederzijds binnen de Benelux erkend worden. Door gemeenschappelijke oefeningen kunnen procedures tussen de brandweerkorpsen tijdens grensoverschrijdende rampen beter op elkaar afgestemd worden.