01 dec. 2016
Vanaf 1 december 2016 wordt bij het Benelux-Gerechtshof de mogelijkheid gecreëerd om zaken op nieuwe gebieden ten gronde te behandelen. Een eerste toepassing daarvan zal erin bestaan dat het Hof als enige instantie geschillen rond Benelux-merken- en modellenrecht zal beslechten. Momenteel zijn de nationale rechtbanken in Den Haag, Brussel en Luxemburg bevoegd op dit gebied, met elk hun eigen, soms uiteenlopende, rechtspraak en regels. Door de beroepsprocedure op één plaats te centraliseren, wil men de procedure uniformiseren en versnellen. Eerst moet nog wel het protocol dat dit regelt door alle Benelux-landen zijn geratificeerd. Dit wordt midden 2017 verwacht. Protocol De hervorming is het gevolg van de inwerkingtreding op 1 december 2016 van een protocol van 15 oktober 2012. België, Nederland en Luxemburg creëerden daarmee een basis voor de uitbreiding van de bevoegdheden van het Benelux-Gerechtshof. Dat krijgt naast de bestaande bevoegdheid om Benelux-rechtsregels uit te leggen of de regeringen hierover van advies te dienen, ook een “rechtsprekende” bevoegdheid (naast de bestaande bevoegdheid op het gebied van Benelux-ambtenarenzaken). In een eerste fase is gekozen om de rechtsprekende bevoegdheid enkel toe te kennen op het gebied van de Intellectuele Eigendom (merken, tekeningen en modellen). Het Benelux-Verdrag over intellectuele eigendom van 25 februari 2005 werd daartoe gewijzigd, door middel van een protocol van 21 mei 2014, dat nog van kracht moet worden. Maar ook andere onderwerpen kunnen in de toekomst door middel van een bijkomende verdrag onder de rechtsprekende bevoegdheid van het Hof gebracht worden. Voordeel voor ondernemers De toekomstige rechtsprekende bevoegdheid rond merken en modellenrecht levert voor ondernemers in de Benelux rechtstreeks voordelen op. Sinds 1970 kunnen ondernemers via één enkele en eenvoudige procedure hun merk deponeren voor de hele Benelux bij het Benelux-Bureau voor Intellectuele Eigendom (BBIE). Maar om beroep aan te tekenen tegen beslissingen van het BBIE (bv. in geval van een weigering een merk te registreren), zijn er 3 plaatsen: in Den Haag, in Brussel of in Luxemburg. Elk met hun eigen rechtspraak, termijnen en procedureregels. Met vaak verschillende uitspraken tot gevolg. Om de rechtszekerheid te verbeteren werd daarom beslist om de beroeps-en cassatieprocedures te centraliseren op één adres. Het gaat dus enkel om beroepen tegen eindbeslissingen van het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Deze harmonisering van de Benelux-rechtspraak op het gebied van merken- en modellenrecht moet ook zorgen voor meer efficiëntie en kortere behandeltermijnen. Nieuwe structuur De nieuwe bevoegdheid vraagt ook een nieuwe structuur. Voortaan zijn er drie Kamers binnen het Benelux-Gerechtshof. De Eerste Kamer oefent de bestaande prejudiciële en adviserende bevoegdheid uit en is daarnaast bevoegd voor voorziening in cassatie tegen uitspraken van de Tweede Kamer. Deze Tweede Kamer is uitsluitend bevoegd voor de rechtsprekende taak in eerste instantie. De Derde Kamer tot slot oefent de bestaande bevoegdheid van het Hof uit wat betreft administratieve beroepen van de personeelsleden van de Benelux Unie of het BBIE. Verhuis van de zetelVanaf 1 december zal de officiële zetel van het Benelux-Gerechtshof verhuizen naar het Groothertogdom Luxemburg. De griffie blijft voorlopig in Brussel, gehuisvest bij het Benelux-secretariaat. |