11 mrt. 2010
Op 11 maart 2010 organiseerden de Belgische FOD Economie en het Benelux secretariaat een workshop in het kader van het North Cs Initiative. De workshop stelde de ministeries in staat hun ideeën over een gezamenlijke aanpak voor elektriciteitinfrastructuur in de Noordzee te toetsen met externe partners.
Het North Cs Initiative, voluit het North Seas Countries’ Offshore Grid Initiative, werd eind vorig jaar gelanceerd door de energieministers van de 10 landen rond de Noordzee. Vastberaden om de groene energie doelstellingen te halen, willen de ministers nu concreet werk maken van de nodige elektriciteitsinfrastructuur op de Noordzee om de windenergie optimaal te benutten. Het uiteindelijke doel van het initiatief is om met alle partners tot een stappenplan te komen voor de meest kostenefficiënte ontwikkeling van energie infrastructuur in het Noordzeegebied.
Op de workshop toetsten de ministeries van de 10 landen hun eerste ideeën met externe partners, zoals de windenergie industrie, de netbeheerders, de Europese Commissie en de regulatoren. Het leverde een aantal verrassende inzichten op en leed tot concrete afspraken. Zo kan men bijvoorbeeld de planning offshore niet loskoppelen van de planning onshore, met andere woorden, het heeft geen zin te kijken naar een zeekabel van Duitsland voor de kust van Nederland tot België en zelfs VK zonder ook te kijken naar de leidingen op het land tussen Duitsland, Nederland, België en zelfs Frankrijk. Een ander belangrijk inzicht is het feit dat een beter werkende, liquide en geïntegreerde markt de benutting van windenergie sterk bevordert. Een heleboel visionaire kaarten van netwerken in de Noordzee passeerden de revue. Aan ideeën en projecten is er trouwens geen tekort, wat wel nog moeilijk blijft is het verzekeren van de nodige coherentie en coördinatie hiertussen.
Ook een duidelijk engagement van de overheden in deze discussie was nog onvoldoende aanwezig. Hier is nu een eind aan gekomen. In de workshop werd nogmaals het commitment heruitgesproken dat overheden samen willen werken aan een concrete lange termijn visie. Die lange termijn visie willen ze bovendien niet alleen bespreken. Om meteen ook de coördinatie te verhogen met andere werkzaamheden werd aan een structurele oplossing gedacht. De Belgische dagvoorzitter mocht de dag dan ook besluiten met de oprichting van een gemengde stuurgroep. Hier zullen een beperkt aantal vertegenwoordigers van de landen, de Europese Commissie en vertegenwoordigers van andere stakeholders de verschillende activiteiten coördineren, de meest heikele punten tegen het licht houden, het werk waar nodig onder mekaar verdelen en de overheden constant op de hoogte houden. Het Benelux-secretariaat zal hier een belangrijke rol bij blijven vervullen.