Energie, H2, waterstof
13 jul. 2023
Binnen de Europese Unie spelen de Benelux-landen samen met naburige regio’s een sleutelrol als het gaat om de ontwikkeling van waterstof. De regio is op weg om een wereldhub voor waterstof te worden, omdat we ‘the Minds, the Means and the Motivation ‘hebben zei de Nederlandse ambassadeur in België, Pieter-Jan Kleiweg, bij de opening van de conferentie georganiseerd door het Benelux-secretariaat en Waterstofnet.
Voor Waterstofnet presenteerde Samira Farahani de belangrijkste conclusies van het onderzoek naar ‘Cross-border Hydrogen value chain in the Benelux and its neighbouring regions’. Zo valt bijvoorbeeld op dat 67% van de toekomstige import van groene waterstof naar de EU via de Benelux-havens en pijpleidingen zal plaatsvinden. Resultaten die de leidende positie van Benelux en aangrenzende regio’s helder maken. Iets wat Benelux-secretaris-generaal van de Benelux, Frans Weekers,ook naar voor bracht: “Wij vertegenwoordigen de belangrijkste toegangspoort in Europa als het gaat om waterstofproductie, -transport en -import. Ook aan de vraagzijde. Daarom is het essentieel om de regionale grensoverschrijdende samenwerking verder te versterken.”
Tijdens de conferentie beklemtoonde de Belgische federale minister van Energie, Tinne Van der Straeten, de rol van groene waterstof in het bereiken van de Europese klimaatdoelstellingen en benadrukte zij bovendien de meerwaarde van nauwe Benelux-samenwerking. Ook de vicevoorzitter van de Franse ‘Région Grand Est’, François Werner, zat op diezelfde golflengte. Voor energieminister Van der Straeten is de Benelux-studie nuttig: “ze verschaft de nodige aanbevelingen om vervolgstappen in de ontwikkelingen rond waterstof te zetten, ook van belang nu België volgend jaar EU-voorzitter zal zijn”. De uiteenzetting van adjunct-secretaris-generaal van de Benelux, Michel-Etienne Tilemans, sloot hierop aan door drie aanbevelingen naar voor te schuiven, met name het zorgen voor coherent beleid, de hindernissen in de regelgeving aan te pakken en de collectieve stem binnen de EU versterken. Hij voegde daaraantoe dat: “de partners kunnen rekenen op het Benelux-secretariaat voor vooruitgang.”
Vertegenwoordigers van (regionale) overheden en diverse stakeholders uit de private sfeer ontsloten tijdens panelgespreken informatie over de rol van hun organisatie in de shift naar groene energieproductie en de ontwikkelingen van waterstof hierbij. Hierbij werd nog eens de nadruk gelegd vanuit de industrie op duidelijke regels en een eerlijk speelveld als het gaat om het behalen van de CO2-reductie. Tegelijkertijd werd zowel door de staalindustrie, alsook de chemische industrie die een groot gewicht hebben in het grotere Benelux-gebied, naar voren gebracht hoe vandaag al gewerkt wordt aan de waterstofoplossingen van de toekomst. Op het vlak van mobiliteit was men lovend over de sterk ondersteunende rol vanuit de Benelux en regionale overheden en stelde voor om dit ook buiten de Benelux naar andere regio’s zoals de Baltics en de Nordics proactief uit te dragen. Dat kan op verschillende manieren waarbij als suggesties voor het vervolg van dit evenement werd gesuggereerd om de vernoemde acties en projecten in een roadmap samen te brengen en wellicht vergezeld te laten gaan van een gecoördineerd energie-/waterstof diplomatie.
Tenslotte was er overeenstemming vanuit zowel de Benelux-overheden als de regionale vertegenwoordigers om gezamenlijk op te trekken in het kader van de training en diploma-erkenning van de experts en werknemers die de waterstofeconomie vorm moeten gaan geven. Een terrein waarop de Benelux met zijn diploma-erkenning wellicht een voorloper kan zijn.