Coppra en de Benelux
05 nov. 2009
Sinds de aanslagen in New York, Madrid en Londen staat de bestrijding van terrorisme hoog op de politieke agenda. Ook op de agenda van de Benelux.
In 2007 organiseerden wij reeds samen met de FBI een opleiding voor rechercheurs uit onze drie landen. In 2008 gaven de politiechefs van de drie landen het startsein om de “good practices” rondom radicalisering en terrorisme uit onze landen samen te brengen. In de provincie Antwerpen en Amsterdam liepen reeds projecten rond deze problematiek.
Gelijkaardig ontwikkelde België in het vooruitzicht van het Europees voorzitterschap in 2010 het project Coppra. Op de ervaringen die in Antwerpen en Amsterdam reeds waren opgedaan, gaat het project Coppra ervan uit dat agenten op het terrein, wijkagenten en patrouilles, de ogen en oren van onze organisatie zijn. Zij merken het snelst wanneer sporen van radicalisering in onze straten opduiken.Het snel kunnen opvangen van deze signalen is het doel van het project Coppra. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Tien Europese landen, waaronder uiteraard de Benelux-landen, sloten zich hier onmiddellijk bij aan.
Terrorisme-experten van deze tien landen kwamen op 4 november 2010 op het Secretariaat-Generaal van de Benelux voor een eerste werkvergadering van Coppra bij elkaar. Bedoeling is een instrument te creëren dat onze “ogen en oren” in de straten kunnen gebruiken om sporen van radicalisme te detecteren. Hierbij wordt gedacht aan symbolen, vlaggen en wapenschilden van de ons bekende terreurorganisaties.
De werkgroep Coppra komt in 2010 nog samen in Riga, Amsterdam, Sofia en Londen om in december 2010 zijn werkzaamheden terug op het Secretariaat-Generaal van de Benelux af te sluiten.
De drie politiechefs van de Benelux-landen staan klaar om het instrument dat Coppra zal genereren, in de drie politieorganisaties te implementeren.
COPPRA staat voor “Community Policing Preventing Radicalisation and Terrorism”.
